Terug naar inhoud

Adapterinstellingen


Op het tabblad Geavanceerd vindt u de eigenschappen van de WiFi-adapter die is geïnstalleerd in uw computer. Deze versie van de software van Intel® PROSet/Wireless WiFi is compatibel met de volgende adapters:


Het scherm openen

Windows* XP-gebruikers: Klik in het menu Geavanceerd van het Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma op Adapterinstellingen. Selecteer het tabblad Geavanceerd.

PROSet/Wireless Enterprise Software gebruiken, moeten in het hulpprogramma Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding in het menu Geavanceerd klikken op Adapterinstellingen. Selecteer het tabblad Geavanceerd.

Open Apparaatbeheer en klik op de WiFi-netwerkadapter. Selecteer vervolgens het tabblad Geavanceerd.


Beschrijving instellingen WiFi-adapter

Naam

Omschrijving

802.11n-kanaalbreedte (2,4 GHz)

Stel de kanaalbreedte in voor de modus met hoge doorvoersnelheid om de prestaties te maximaliseren. Stel de kanaalbreedte in op Automatisch of 20 MHz. Gebruik 20 Mhz als 802.11n-kanalen zijn beperkt. Deze instelling is alleen van toepassing op 802.11n-compatibele adapters.

Opmerking: Deze instelling is niet van toepassing op de volgende adapters:

  • Intel® Wireless WiFi Link 4965AGN (gebruikt alleen 20-MHz kanaalbreedte)

802.11n-kanaalbreedte (5,2 GHz)

Stel de kanaalbreedte in voor de modus met hoge doorvoersnelheid om de prestaties te maximaliseren. Stel de kanaalbreedte in op Automatisch of 20 MHz. Gebruik 20 Mhz als 802.11n-kanalen zijn beperkt. Deze instelling is alleen van toepassing op 802.11n-compatibele adapters.

Opmerking: Deze instelling is niet van toepassing op de volgende adapters:

  • Intel® WiFi Link 1000
  • Intel® Wireless WiFi Link 4965AGN

802.11n-modus

De 802.11n-standaard, met MIMO (multiple-input multiple-output), is een uitbreiding van de vorige 802.11-standaarden. De verbeterde doorvoer van gegevens met MIMO zorgt voor een snellere overdracht. Selecteer Ingeschakeld of Uitgeschakeld om de 802.11n-modus van de WiFi-adapter in te stellen. Ingeschakeld is de standaardinstelling. Deze instelling is alleen van toepassing op 802.11n-compatibele adapters.

Opmerking: Als u een overdrachtsnelheid van meer dan 54 Mbps wilt behalen op 802.11n-verbindingen, moet WPA2*-AES-beveiliging zijn geselecteerd. U kunt er ook voor kiezen om geen beveiliging (Geen) te selecteren, bijvoorbeeld als u netwerkinstellingen wilt configureren of problemen met het netwerk wilt oplossen.

Een beheerder kan ondersteuning voor de modus met hoge doorvoersnelheid inschakelen of uitschakelen om het energieverbruik, conflicten met andere banden of compatibiliteitsproblemen te beperken.

Ad-hockanaal

Tenzij de andere computers in het ad-hocnetwerk een ander kanaal gebruiken dan het standaardkanaal, hoeft u het kanaal niet te wijzigen.

Waarde: Selecteer een van de toegestane kanalen in de lijst.

  • 802.11b/g: Selecteer deze optie wanneer u 802.11b en 802.11g (2,4 GHz) wilt gebruiken als frequentie voor de ad-hocband.
  • 802.11a: Selecteer deze optie wanneer u 802.11a (5 GHz) wilt gebruiken als frequentie voor de ad-hocband. Deze instelling is niet van toepassing op de adapter Intel® WiFi Link 1000.

Opmerking: Wanneer geen 802.11a-kanaal wordt weergegeven, wordt het initialiseren van ad-hocnetwerken niet ondersteund voor 802.11a-kanalen.

Energiebeheer ad-hocverbindingen

Hier kunt u energiebesparende voorzieningen voor ad-hocnetwerken instellen.

  • Uitgeschakeld: Selecteer deze optie wanneer u verbinding maakt met ad-hocnetwerken met daarin stations die energiebeheer niet ondersteunen.
  • Maximale energiebesparing: Selecteer deze optie om de batterij te sparen.
  • Omgeving met ruis: Selecteer deze optie voor optimale prestaties of wanneer u verbinding maakt met meerdere clients.

Ad-hoc QoS-modus

QoS-besturing (Quality of Service) in ad-hocnetwerken. QoS voorziet in prioritering van het verkeer vanuit het toegangspunt over een draadloos LAN op basis van een classificatie van het verkeer. WMM (Wi-Fi MultiMedia) is de QoS-certificatie van de Wi-Fi Alliance (WFA). Als WMM ingeschakeld is, gebruikt de WiFi-adapter WMM voor de ondersteuning van prioriteitcodering en wachtrijmogelijkheden voor WiFi-netwerken.

  • WMM ingeschakeld (standaardinstelling)
  • WMM uitgeschakeld

Niet compatibel met 40-Mhz kanaal

Deze instelling laat netwerken in de omgeving weten dat deze WiFi-adapter niet compatibel is met 40-MHz kanalen in de 2,4-GHz band. Standaard is deze optie uitgeschakeld, zodat de adapter deze melding niet verzendt.

Opmerking: Deze instelling is niet van toepassing op de volgende adapters:

  • Intel® Wireless WiFi Link 4965AG_
  • Intel® PRO/Wireless 3945ABG Network Connection

Beveiliging van gemengde modus

Deze modus kunt u gebruiken om botsingen te voorkomen in een omgeving waarin zowel 802.11b als 802.11g wordt gebruikt. RTS/CTS (Request to Send/Clear to Send) moet worden gebruikt in een omgeving waarin clients mogelijk niet met elkaar kunnen communiceren. CTS-naar-zelf kan worden gebruikt om de doorvoer te verbeteren in omgevingen waarin clients dicht bij elkaar zijn geïnstalleerd en met elkaar kunnen communiceren.

Energiebeheer

Hiermee kunt u een balans zoeken tussen energieverbruik en prestaties van de WiFi-adapter. Met de schuifknop voor de energie-instellingen van de WiFi-adapter kunt u een balans instellen tussen de energiebron van de computer en de batterij.

  • Standaardwaarde gebruiken: (standaardinstelling) Energie-instellingen zijn afhankelijk van de energiebron van de computer.
  • Handmatig: Verplaats de schuifregelaar naar de gewenste instelling. Gebruik de laagste instelling voor een maximale levensduur van de batterij. Gebruik de hoogste instelling voor maximale prestaties.

Opmerking: Hoeveel energie wordt bespaard, is afhankelijk van de instellingen van het infrastructuurnetwerk.

Agressiviteit bij zwerven

Met deze instelling kunt u opgeven hoe agressief de draadloze client moet zwerven om de verbinding met een toegangspunt te verbeteren.

  • Standaardwaarde: Balans tussen niet zwerven en prestaties.
  • Laagste: De draadloze client zwerft niet. Alleen bij een zeer significante verslechtering van de verbinding gaat de client zwerven naar een ander toegangspunt.
  • Hoogste: De draadloze client controleert de kwaliteit van de verbinding voortdurend. Zodra de kwaliteit afneemt, gaat de client op zoek naar een beter toegangspunt.

Verbetering van doorvoer

Hier kunt u de waarde voor Packet Burst Control wijzigen.

  • Inschakelen: Hiermee wordt verbetering van de doorvoer ingeschakeld.
  • Uitgeschakeld: (standaardinstelling) De verbetering van de doorvoer is uitgeschakeld.

Verzendenergie

Standaardinstelling: Hoogste energie-instelling.

Laagste: Minimale dekking: Hiermee gebruikt de adapter het minimale energieniveau bij het verzenden. Met deze instelling kunt u het aantal dekkingsgebieden uitbreiden of een dekkingsgebied inperken. Hiermee vermindert u het dekkingsgebied in omgevingen met veel verkeer om de algehele transmissiekwaliteit te verbeteren en opstoppingen en interferentie met andere apparaten te voorkomen.

Hoogste: Maximale dekking: Hiermee gebruikt de adapter het maximale energieniveau bij het verzenden. Selecteer deze optie voor maximale prestaties en een maximaal bereik in omgevingen met een beperkt aantal andere WiFi-radioapparaten.

Opmerking: De beste resultaten worden bereikt wanneer het vermogen voor de transmissie wordt ingesteld op het laagste niveau waarbij de kwaliteit van de communicatie nog voldoende is. Daarmee wordt het voor het grootste aantal draadloze apparaten mogelijk om te functioneren in drukke omgevingen en vermindert de interferentie met andere apparaten waarmee de radio het radiospectrum deelt.

Opmerking: Deze instelling wordt gebruikt binnen zowel infrastructuurnetwerken als ad-hocnetwerken.

Draadloze modus

Selecteer de modus die u wilt gebruiken voor de verbinding met een draadloos netwerk:

  • Alleen 802.11a: De WiFi-adapter kan alleen worden verbonden met 802.11a-netwerken. Niet van toepassing voor alle adapters.
  • Alleen 802.11b: De WiFi-adapter kan alleen worden verbonden met 802.11b-netwerken. Niet van toepassing voor alle adapters.
  • Alleen 802.11g: De WiFi-adapter kan alleen worden verbonden met 802.11g-netwerken.
  • 802.11a en 802.11g: De WiFi-adapter kan alleen worden verbonden met 802.11a- en 802.11g-netwerken. Niet van toepassing voor alle adapters.
  • 802.11b en 802.11g: De WiFi-adapter kan alleen worden verbonden met 802.11b- en 802.11g-netwerken. Niet van toepassing voor alle adapters.
  • 802.11a, 802.11b en 802.11g: (Standaard) - Verbinding maken met draadloze netwerken die gebruikmaken van 802.11a, 802.11b of 802.11g. Niet van toepassing voor alle adapters.

OK

Hiermee slaat u de instellingen op en keert u terug naar de vorige pagina.

Annuleren

Hiermee sluit u het venster en annuleert u alle wijzigingen.


Geavanceerde opties van Microsoft Windows* (adapterinstellingen)

U krijgt als volgt toegang tot de geavanceerde opties van Windows* XP:

  1. Start Windows en meld u aan met beheerdersbevoegdheden.
  2. Klik met de rechtermuisknop op Deze computer en klik op Eigenschappen.
  3. Klik op de tab Hardware.
  4. Klik op Apparaatbeheer.
  5. Dubbelklik op Netwerkadapters.
  6. Klik met de rechtermuisknop op de naam van de geïnstalleerde WiFi-adapter die u gebruikt.
  7. Klik op Eigenschappen.
  8. Selecteer het tabblad Geavanceerd.
  9. Selecteer de gewenste eigenschap (bijvoorbeeld Beveiliging van gemengde modus of Energiebeheer).
  10. Klik op Standaardwaarde gebruiken om het selectievakje uit te schakelen en een nieuwe waarde of instelling te selecteren. Selecteer vervolgens een nieuwe waarde of instelling. Klik op het selectievakje Standaardwaarde gebruiken om opnieuw de standaardwaarde te gebruiken. (Het selectievakje Standaardwaarde gebruiken is niet aanwezig voor alle eigenschappen. In dat geval selecteert u gewoon de gewenste instelling.)
  11. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten.

Terug naar boven

Terug naar inhoud

Handelsmerken en disclaimers